Four Blondes (11 page)

Read Four Blondes Online

Authors: Candace Bushnell

'Patty is altijd al de ideale dochter geweest, mama,' zei Janey verbitterd.

'Onzin, Patty ies ook niet perfect, maar ze ies slim. Ze weet dat je moeite moet doen om iets van je leven te maken. Jij bent beeldschoon, Janey, maar ook als je beeldschoon bent, zul je er moeite voor moeten doen om iets van je leven te maken.'

'Daar ben ik mee bezig, mama,' zei Janey. 'Vandaar dat ik schrijf.'

Haar moeder sloeg haar ogen ten hemel en blies de rook uit door haar neusgaten. Haar haar was zorgvuldig gecoiffeerd tot een blonde helm, en ze gebruikte nog altijd roze parelmoer lippenstift. Ze zou ook nooit veranderen, bedacht Janey. Ze had het altijd bij het rechte eind en ze deed onveranderlijk laatdunkend over Janey's diepste gevoelens - Janey's

gevoelens waren volstrekt irrelevant, tenzij ze nauwgezet overeenkwamen met die van haar.

'Je moeder is echt geweeeeeeldig!' zei Swish Daily keer op keer. Hij had de jurken van Patty en Janey ontworpen - Janey was het enige bruidsmeisje - en had zelfs zijn vakantie aan de Italiaanse Rivièra afgebroken om aanwezig te kunnen zijn.

'Mijn moeder is zeer ouderwets,' zei Janey droog.

'Welnee, integendeel juist. Ze is echt ultramodern,' zei Swish. 'Zo chic. En zoooo seventies. Telkens als ik haar zie krijg ik de neiging Mrs Robinson te gaan zingen.'

De ceremoniemeester stak een arm in de lucht en tikte op zijn polshorloge. 'Nog vijftien minuten voordat de gasten komen,' zei hij.'Iedereen op zijn plek.'

Het leek alsof iedereen al weken naar Patty's bruiloft had uitgekeken. De gastenlijst telde vierhonderd namen - een A-lijst, wat wilde zeggen dat de mensen die erop vermeld werden ófwel beroemd waren, ófwel een veelzeggende titel achter hun naam hadden staan, zoals 'hoofdredacteur van een modetijdschrift' of 'architect die voor diverse sterren werkt', Janey wist niet of het lachen of het huilen haar nader stond. Ze had tien jaar lang haar uiterste best gedaan de sociale ladder van de Hamptons te bestijgen en er zorg voor gedragen in de beste huizen te vertoeven en de beste feesten af te lopen, en binnen één seizoen was Patty uit het niets komen opduiken - om zonder enige moeite de hoogste regionen binnen te dwarrelen. Zij en Digger straalden op sociaal vlak een oprechte onverschilligheid uit, alsof ze zich van dit alles totaal niet bewust waren, wat ook nog eens gepaard ging met een houding van luchtige vanzelfsprekendheid, alsof het de normaalste zaak van de wereld was - niet meer dan logisch, zelfs - dat ze zich in deze positie bevonden. Ondertussen had Janey het gevoel dat zij al blij mocht zijn met het genadebrood dat ze toegeworpen kreeg - ze was zo diep gezonken

dat ze de heimelijke minnares was van een machtig man die haar in haar kont neukte zodat ze maar niet zwanger zou raken, en ze probeerde een nieuwe carrière te beginnen waarvan zelfs zij, ondanks haar zelfingenomenheid, moest erkennen dat ze er geen aanleg voor had.

Hoe heeft het toch zo kunnen lopen, vroeg ze zich af, terwijl ze glimlachend de gasten begroette en haar glas champagne bevallig tussen duim en wijsvinger hield. Ze was duidelijk ooit de verkeerde weg ingeslagen, maar wanneer? Waarom had niemand haar ooit gewaarschuwd?

'Janey!' riep Peter, sloeg zijn armen om haar heen en tilde haar in de lucht. 'Ik heb je de hele zomer niet gezien. Je ziet er fantastisch uit, als altijd.' Peter! Ja, nogal logisch dat hij was uitgenodigd, hij was Digger's advocaat. 'Ik heb veel aan je gedacht. We moeten weer eens wat afspreken.'

'Ja, laten we dat doen,' zei Janey op neutrale toon.

'Zeg, wist je al dat Gumdrop is overleden?'

'Goh, Peter, wat rot voor je.'

'Ach, honden zijn net vrouwen. Je vindt altijd wel weer een nieuwe.' Hij liep verder, met een flauwe glimlach om zijn lippen. Wat een treurig beeld. Over tien jaar was hij vijfenvijftig. Wat zou er dan van hem zijn geworden?

'Hallo, Janey,' zei Redmon.

'O, Redmon,' zei Janey. Ze kuste hem op beide wangen. 'Het spijt me van - van afgelopen zomer -'

'Wat was er dan, afgelopen zomer? Ik kan me alleen herinneren dat ik een fantastische tijd heb gehad.'

'Goed dan. Ik ook.'

'Tjonge-jonge, de zus van de bruid. Ik hoop dat het niet always a bridesmaid, never a bride wordt.'

'Zack!'

'Fijne zomer gehad, schat?'

'Nou en of. Zonder ook maar iemand een pak slaag te hoeven geven.''Harold, schat.' Ze boog zich voorover en knuffelde hem even.

'Ik had zo graag gezien dat dit jouw grote dag was geweest, malle meid. Misschien volgend jaar, hè?'

'Wie zal het zeggen,' zei Janey. Ze liet haar ogen over de menigte glijden. Een dikke Mercedes-met-chauffeur draaide de oprit op. De chauffeur sprong uit de auto en hield het portier open. Comstock kwam naar buiten, rekte zich uit en keek om zich heen. Vervolgens liep de chauffeur naar de andere kant. Hij had zeker een filmster meegenomen, dacht Janey. Maar in plaats daarvan stapte er een lange vrouw met bruin haar uit. Ze liep met een stralende blik om de achterkant van de auto heen. Comstock pakte haar hand.

'Janey! Wat zie jij er goed uit!' zei Allison. Ze boog zich naar voren. 'Heb je Zack Manners gezien? Hij ziet er niet uit, zeg. Wat zul je blij zijn dat je niet meer met hem bent. Ik heb gehoord dat hij werd aangehouden wegens rijden onder invloed en dat ze zagen hoe hij een flesje coke in zijn sok wilde verstoppen. Sokken! In de zomer! Wanneer moet je uit je huis?'

'Morgen,' zei Janey, 'maar de huisbaas zei dat ik nog wel een dagje langer kon blijven.'

'Jeetje. Dan kom ik wel even langs,' zei Allison.

'Goed,' zei Janey. Ze had Comstock vanuit haar ooghoeken dichterbij zien komen. Ze kende die vrouw aan zijn zijde - waarom hield hij haar hand vast en fluisterde hij in haar oor? - hij leek zo zelfingenomen, en zij ook - o, God - het was die beroemde vrouw - die met die Hollywoodjongen getrouwd was geweest die zich later kandidaat had gesteld voor het presidentschap - maar wat was ze lelijk! - een gezicht als een paard, dat liet geen enkele twijfel, al droeg ze een grote, donkere zonnebril, alsof ze bang was om herkend te worden - ze werd alom gevreesd en leek puissant rijk - Wat moest hij met haar?'Dag, Janey,'zei hij.

'Comstock,' stamelde ze.

'Mag ik je voorstellen aan mijn verloofde - Morgan Binchely.'

'Dag,' zei Janey. Ze kon haar ogen niet van zijn gezicht houden. Ze had hem drie weken niet gezien, en voor het eerst zag ze de wreedheid onder alle lelijkheid. Hij had wrede ogen. Zonder die wrede ogen zou hij nooit boven zijn lelijkheid hebben kunnen uitstijgen, dan zou men hem nooit serieus hebben genomen, misschien zelfs misbruik van hem hebben gemaakt. Hij glimlachte en zijn roze lippen gingen precies zover van elkaar dat het spleetje tussen zijn tanden zichtbaar werd. Zijn gezichtsuitdrukking leek te zeggen: Kom maar op.

Ze zou hem leren.

'Wat een goed nieuws,' zei ze. 'Wanneer hebben jullie je verloofd?'

'In Griekenland,' zei Morgan. Haar accent riep beelden op van elitescholen en paardrijden in Connecticut. 'Het kwam nogal als een verrassing, moet ik zeggen.' Ze verstevigde haar greep op zijn arm. 'We zijn nog maar net - wat zal het zijn? - zes maanden samen?'

'Precies,' zei Comstock.

'Mon Dieu! Comstock Dibble?' zei Janey's moeder, die plotseling naast haar was opgedoken. 'lek zou een revérence moeten maken. U bent een koning. De koning van de film!'

'Dit is mijn moeder, Monique,' zei Janey.

'lek heb al uw films gezien,' zei haar moeder, die met veel gevoel voor dramatiek een hand tegen haar hart drukte.

'Zeer gevleid,' zei Comstock.

'Bent u bevriend met Janey?' wilde haar moeder weten, terwijl ze een arm door die van Janey stak.

'Janey schrijft wat voor me.'

'Ah, op die manier,' zei haar moeder nieuwsgierig.

'Als jullie me willen excuseren -' zei Janey. 'Janey!' zei Comstock.

Janey draaide zich om. Ze keek Comstock aan en schudde haar hoofd.

'Tss! Laat haar toch,' zei haar moeder. 'Ze heeft algauw de neiging tot - hoe zal iek het zeggen - martelaarschap.' Iedereen lachte. 

'We maken een rondje, dan kan iedereen zichzelf voorstellen. Zeg ook alsjeblieft even in een paar woorden waarom je hier bent.' De docent, een vijfenvijftigjarige man met een snor en een te krap pak dat al veel te vaak was gestoomd, knikte naar een vrouw die vooraan zat. 'Laten we maar met jou beginnen,' zei hij.

'Goed,' zei de vrouw. 'Ik ben Susan Fazzino en ik ben drieënveertig-'

'Je leeftijd hoeft niet,' zei de docent.

'Goed... Ik ben getrouwd en heb twee kinderen, een jongen en een meisje, en ik heb les gegeven en ben nu op zoek naar een manier om meer te verdienen. Met flexibele werktijden.'

'Heel goed,' zei de docent. 'Maar als je carrière in het onroerend goed echt van de grond komt, maak je dagen van twaalf uur.'

'O! Dat wist ik niet.'

Janey leunde naar achteren op haar stoel en tikte met haar potlood tegen haar schrift. God, wat was dit saai. De cursus was nog maar net tien minuten begonnen en nu al dwaalden haar gedachten af.

'Ik ben Nelson Pavlak -'

Nou ja, waarschijnlijk mocht ze nog van geluk spreken dat ze er zo makkelijk van af was gekomen. 'Janey,' had Comstock gezegd - hij had het lef gehad om de volgende middag bij haar langs te komen, op weg naar de stad, net toen zij bezigwas haar spullen in te pakken - 'er hoeft tussen ons niets te veranderen omdat ik nou toevallig ga trouwen. We kunnen op dezelfde voet doorgaan. Morgan weet hoe ik ben. Ze weet dat ik haar niet trouw zal zijn. Ze wil er alleen liever niet mee geconfronteerd worden.'

'Waarom zou iemand trouwen met een man van wie ze weet dat hij haar zal bedriegen?' zei Janey vals. 'Dan moet ze wel goed wanhopig zijn.'

'Ze is een Europese,' zei hij, terwijl hij een sigaar pakte - toen: 'Jezus, Janey, doe toch niet zo ouderwets. Ik word er niet goed van.'

'Neuk je haar ook in haar kont?' vroeg Janey, terwijl ze de handdoeken opvouwde.

'Nee, om eerlijk te zijn niet. We proberen zwanger te worden-'

'- en ik ben Nancy McKnight. Ik heb altijd al makelaar willen worden-'

'Iedereen weet waarom hij met haar trouwt,' had Allison gezegd. 'En dat is niet uit liefde. Ze heeft geld. En status, dat moet ik haar nageven. Begrijpt ze dan niet dat hij haar gebruikt? Iemand zou haar moeten waarschuwen. Christus te paard, ze is toch al zeker vijfenveertig. Ze is al twee keer eerder getrouwd geweest. Je zou toch denken dat zo iemand inmiddels beter weet.'

'Ze is precies waar hij naar op zoek is,' had Janey gezegd. Ze was verbaasd hoe weinig het haar deed, gezien het feit dat ze had gedacht tot over haar oren verliefd op hem te zijn.

'Wat je zegt,' had Allison geantwoord, terwijl ze Janey's laatste wijn in haar glas schonk. 'Ga maar na, al heeft hij nog zoveel geld, of succes of macht - wat stelt het nou helemaal voor om aan het hoofd te staan van een filmmaatschappij en met acteurs om te gaan - het enige wat buiten zijn bereik lag was Fifth Avenue. Welke raad van bestuur zou hem toelaten?''Nu staan ze te springen,' zei Janey. Ze zag Comstock al voor zich, in de lobby van een chique appartementencomplex aan Fifth Avenue. Hij zou zwetend en wel, en in een gekreukt pak, briefjes van twintig dollar uitdelen aan de portiers...

'En wat is jouw verhaal?' vroeg de docent, met een knikje in Janey's richting.

Janey schrok op.

'Ik ben - Janey Wilcox. Het model,' zei ze. 'Dat wil zeggen, ik was model. Ik... probeer mijn leven een andere wending te geven, dus leek me dat ik misschien ook maar ander werk moest gaan zoeken...'

'Er zijn een heleboel mensen die vanuit een bestaande baan de overstap maken naar de makelaardij. Maar wat heb je voor opleiding? Er komt nogal wat rekenwerk kijken bij de makelaardij.'

'Tja,' zei Janey. 'Ik heb anderhalfjaar colleges gevolgd.. en volgens mij was ik als kind al vrij goed in rekenen.'

Iedereen lachte.

'Mooi, Janey,' zei de docent, waarbij hij aan zijn snor trok. 'Als je extra hulp nodig hebt, weet je me te vinden'

O God.

Janey liep naar huis. Het was september, nog altijd warm en lang licht. Ze stopte haar boeken in een Gucci-tas die ze van Harold had gekregen. Hij probeerde het zo aantrekkelijk mogelijk te maken, maar ze wist dat het uiteindelijk geen enkel verschil zou maken. De dagen zouden zich aaneenrijgen. Het leven zou vrij saai zijn, maar ja, gold dat niet voor de meeste mensen? De meeste mensen stonden elke ochtend vroeg op om naar hun werk te gaan. Ze maakten afspraakjes met doodgewone mensen en gingen samen naar de film. Ze gingen niet naar galadiners, ze liepen geen modeshows, ze hadden geen affaires met bestsellerauteurs of miljardairs of fïlmbonzen - hun naam werd niet genoemd in de roddelrubrieken, noch in goede noch in kwade zin, laat staan dat ze een zomerhuis in de Hamptons hadden. En toch wisten ze zich staande te houden.

Sterker nog, ze waren waarschijnlijk gelukkig.

Zij zou nooit gelukkig kunnen zijn met zo'n bestaan. Ze wist dat ze dat niet zou kunnen, net zo goed als ze wist dat ze haar scenario nooit af zou krijgen. Ze zou nooit Comstock's kantoor binnen kunnen lopen, het voltooide manuscript op zijn bureau smijten en zeggen: 'Lees dat maar eens, klootzak!' Schrijf over de dingen die je vertrouwd zijn, zei iedereen. Misschien was het stom en misschien was ze wel een stumper, maar dit was het wereldje dat haar vertrouwd was. De eerste keer dat ze naar New York was gekomen stond haar nog haarscherp voor de geest. Ze was zestien en wilde model worden. Haar moeder had haar zowaar samen met haar broer met de trein van Springfield naar New York laten gaan, en had ook nog een overnachting in een hotel voor hen betaald. Het was heel merkwaardig geweest dat haar moeder dat had gedaan, aangezien ze nooit iets voor Janey deed. Niet voordien en niet nadien. Maar die ene keer had ze 'ja' gezegd en Janey en haar broer Pete hadden de trein naar Penn Station genomen. Onderweg waren ze langs allerlei armoedige dorpjes en steden gereden en de omgeving was steeds somberder - beklemmender - industriëler - beangstigender geworden - maar Janey vond het geweldig - totdat ze door een lange tunnel waren gereden en in New York City waren beland. Het rook er toen nog naar urine. Het was er gevaarlijk. Ze sliepen in het Howard Johnson op Eight Avenue, en het getoeter en het lawaai en het geschreeuw hielden hen de hele nacht uit hun slaap, maar dat vond Janey geen enkel punt.

De volgende ochtend nam ze voor het eerst van haar leven een taxi, naar Ford Models Agency. Dat zat toen nog op East 109 Sixtieth Street, in een smal pand van rode baksteen. Ze liep het trapje op, duwde de deur open. In de kamer lag grijs fabriekstapijt en aan de muur hingen posters van covers.

Other books

Stealing the Bride by Paulin, Brynn
Captive Heroes by Springer, Jan
Stir Me by Crystal Kaswell
A Ghost at the Door by Michael Dobbs
The Program by Suzanne Young
Salvation in Death by J. D. Robb
Full Mortality by Sasscer Hill
Possession by H.M. McQueen