Authors: Candace Bushnell
Van Candace Bushnell verscheen eveneens Sex & the City
Hogerop (Trading up)
Candace Bushnell
4 BLONDES
ZILVER POCKETS VASSALLUCCIZilver Pockets® worden uitgegeven door Muntinga Pockets, onderdeel van Uitgeverij Maarten Muntinga bv, Amsterdam
www.zilverpockets.nl
Een gezamenlijke uitgave van Muntinga Pockets, Amsterdam en Uitgeverij Vassallucci, Amsterdam
Oorspronkelijke titel Four Blondes (Grove/Atlantic Monthly Press)
© 2000 Candace Bushnell
© 2001 Nederlandse vertaling Uitgeverij Vassallucci, Amsterdam
en Nicolette Hoekmeijer
Omslagontwerp Mariska Cock
Foto voorzijde omslag Mare Balet
Foto achterzijde omslag Alison Jackson
Zetwerk Stand By, Nieuwegein
Druk Bercker, Kevelaer
Uitgave in Zilver Pockets november 2002
Negende druk november 2005
Alle rechten voorbehouden
isbn 90 417 60261 nur302
Voor Anne Shearman Feil, onovertroffen vriendin en onovertroffen blondje
Coupe soleil
Janey Wilcox zat al tien jaar lang elke zomer in de Hamptons, zonder dat ze ooit een huis had hoeven huren of ook maar een cent had hoeven betalen, behalve dan zo nu en dan voor een kaartje voor de pendelbus. Begin jaren negentig had Janey voldoende naam gemaakt als model om een bescheiden sterrenstatus te verwerven, en die bescheiden sterrenstatus had haar een rolletje opgeleverd ('het sekssymbool van de intelligente man') in een van de vele actiefilms. Daarna had ze nooit meer in een film gespeeld, maar haar bescheiden sterrenstatus was een feit en ze kwam er al snel achter dat dit haar bepaalde voordelen opleverde en ook kon blijven opleveren als ze maar aan bepaalde eisen bleef voldoen.
Zodoende zette Janey elk jaar rond mei de zoektocht in naar een huis voor de komende zomer. Of liever gezegd, naar een man met een huis voor de komende zomer. Janey had geen geld, maar ze had gemerkt dat dat weinig uitmaakte zolang ze rijke vrienden had en in staat was rijke mannen aan de haak te slaan. Het geheim bij rijke mannen - en dat leken maar weinig vrouwen door te hebben - was dat het geen kunst was om ze aan de haak te slaan als je je maar geen illusies maakte over een eventueel huwelijk. Er was in New York niet één rijke man die er problemen mee had zich geheel vrijblijvend te laten pijpen en in het gezelschap van een leuke vrouw te verkeren. Alsof je sowieso met zo'n man zou willen trouwen. Aan elke rijke man waar zij iets mee had gehad bleek wel een steekje los te zijn - ze waren óf gestoord óf pervers - dus zo tegen Labour Day was ze meestal wel opgelucht weer een punt achter de relatie te kunnen zetten.
In ruil voor dit alles had Janey de beschikking over een schitterend huis, en meestal mocht ze ook de auto van de man in kwestie gebruiken. Ze had het liefst een sportwagen, maar als het een té snelle auto was, een Ferrari of een Porsche bijvoorbeeld, was dat weer minder omdat die man dan meestal zo bezeten was van zijn auto dat hij er niemand anders in liet rijden, en al helemaal geen vrouw.
De man waar ze de afgelopen zomer wat mee had gehad, Peter, was zo'n man. Peter had kortgeknipt goudblond haar en hij was een beroemde showbizz-advocaat met een lijf waar de meeste ondergoedmodellen niet aan konden tippen. Ze hadden iets met elkaar gekregen tijdens een blind date, hoewel ze elkaar in de loop der jaren al talloze keren op feestjes hadden ontmoet. Hij had haar gevraagd naar zijn huis in de stad te komen, in West Village, omdat hij het overdag te druk had om een restaurant uit te zoeken. Nadat ze had aangebeld liet hij haar nog een kwartier op de stoep staan. Dat vond ze geen punt, want de vriendin die hen had gekoppeld - iemand uit de betere kringen die samen met Peter had gestudeerd - had keer op keer benadrukt dat hij zo'n schitterend oud huis in East Hampton had, aan Lily Pond Lane. Na het eten gingen ze terug naar zijn huis in de stad, zogenaamd omdat hij zijn hond, Gumdrop, moest uitlaten. Toen ze in de keuken stonden viel haar oog op een foto van hem, in zijn zwembroek aan het strand, op de deur van de koelkast. Hij had buikspieren die aan de onderkant van een schildpad deden denken. Ze besloot die avond met hem naar bed te gaan.Dat was de woensdag voor Memorial Day geweest, en de ochtend daarop vroeg hij haar, terwijl hij met veel misbaar bezig was cappuccino te maken, of ze zin had om dat weekend met hem mee te gaan naar zijn buitenhuis. Ze had wel geweten dat hij het haar zou vragen, hoewel de vrijpartij tot een van de beroerdste van de afgelopen jaren behoorde (er was sprake geweest van wat onhandig gezoen, waarna hij op de rand van het bed was gaan zitten en zich had afgetrokken tot hij stijf genoeg was om een condoom om te doen, waarna hij bij haar was binnengedrongen), maar ze was blij dat hij haar al zo snél had gevraagd.
'Je bent een slimme meid, weet je,' zei hij, terwijl hij de cappuccino in twee emaillen kopjes schonk. Hij droeg een witte boxershort met knoopjes.
'Weet ik,' zei ze.
'Nee, ik meen het,' zei hij. 'Dat je gisteravond met me naar bed bent gegaan.'
'Ach, waarom zou je het voor je uit schuiven?'
'Vrouwen begrijpen niet dat mannen zoals ik geen tijd hebben om achter hen aan te lopen.' Hij nam zijn laatste slok cappuccino en spoelde het kopje zorgvuldig om. 'Dat is zo'n ontzettend gezeik,' zei hij. 'Doe al je vriendinnen een plezier en zeg dat ze moeten ophouden met die tuttige spelletjes. Als een vrouw niet bij het tweede of derde afspraakje over de brug komt, weet je wat ik dan doe?'
'Nee,'zei Janey.
Hij priemde een vinger in haar richting. 'Dan bel ik haar gewoon niet meer. Dan kan ze m'n reet likken.'
'Nee. Dat kan ze dan juist niet meer. Je reet likken,' zei Janey.
Hij lachte. Hij liep naar haar toe en kneep in een van haar borsten. 'Als het goed bevalt dit weekend, kunnen we misschien de hele zomer samen doorbrengen. Als je begrijpt wat ik bedoel,' zei hij. Hij kneep nog steeds in haar borst.
'Au,'zei Janey.
'Implantaten, hè?' zei hij. 'Hou ik wel van. Die zouden verplicht moeten worden. Elke vrouw zou er zo uit moeten zien als jij. Ik bel je.'
Ondanks alles sloeg de twijfel toe toen hij vrijdagochtend om twaalf uur nog altijd niet had gebeld. Misschien had ze hem verkeerd ingeschat. Misschien was het gewoon een eikel. Hoewel dat eigenlijk onwaarschijnlijk was - ze hadden te veel gemeenschappelijke kennissen. Maar hoe goed kende je wie dan ook eigenlijk echt, in New York? Ze belde Lynelle, de jet- set-vriendin die hen aan elkaar had gekoppeld. 'O, wat goed dat het klikte tussen jullie,' zei Lynelle.
'Maar hij heeft me niet gebeld. Het is half één,' zei Janey.
'Hij belt wel. Hij is gewoon een beetje... merkwaardig.'
'Merkwaardig?'
'Het is een fantastische vent. We grappen altijd dat als ik niet al met Richard getrouwd was, wij met elkaar zouden trouwen. Hij noemt me zijn niet-aanstaande-ex. Om te gillen, toch?'
'Om te gillen,' zei Janey.
'Maak je geen zorgen. Je bent precies het type waar hij op valt,' zei Lynelle. 'Maar Peter doet de dingen gewoon op zijn manier.'
Om half twee belde Janey Peter's kantoor. Hij zat in een bespreking. Ze belde nog twee keer, en om half drie zei zijn secretaresse dat hij was vertrokken en de rest van de dag afwezig zou zijn. Ze belde een paar keer naar het huis in de stad. Ze kreeg steeds zijn antwoordapparaat. Eindelijk, om half vier, belde hij. 'Zenuwachtig?' vroeg hij. 'Je hebt volgens mijn nummermelder elf keer gebeld.'
Ze reden naar de Hamptons in zijn nieuwe Porsche turbo. Gumdrop, een bichonfrisé met blauwe strikken op zijn kop, moest op haar schoot zitten en probeerde steeds haar gezicht te likken. Onderweg maakte Peter herhaaldelijk een pistool van zijn hand en deed alsof hij andere weggebruikers neerschoot. Hij schold iedereen uit voor 'vuile Pool'. Janey deed haar best om te doen alsof ze het grappig vond.
In Southampton stopten ze even bij het Hess-benzinestation om te tanken. Dat was een gunstig voorteken. Janey was dol op dat benzinestation, waar het personeel in een beschaafd wit-groen uniform liep - je had daar het gevoel dat je eindelijk echt de stad uit was. Er stond een rij auto's. Peter stapte uit om te gaan plassen en liet de motor lopen. Na een paar minuten begonnen de mensen achter haar te toeteren. Precies op het moment dat ze op de bestuurdersstoel wilde schuiven kwam Peter de wc uit stuiven, woest maaiend met zijn armen, en schreeuwde: 'Blijf van m'n auto af, vuile Pool!'
'Huh?' zei ze, terwijl ze verbaasd om zich heen keek.
Hij rukte het portier open. 'Ik ben godverdomme de enige die in mijn auto rijdt. Is dat duidelijk? Ik ben godverdomme de enige die in mijn auto rijdt. Het is godverdomme mijn auto!'
Janey stapte heel gracieus uit de auto. Ze droeg een strakke spijkerbroek en hooggehakte sandaaltjes die haar drie centimeter langer maakten dan ze eigenlijk was. Haar lange, bijna witblonde haar viel over een wit herenoverhemd. Haar haar was een van haar kostbaarste bezittingen: het was het soort haar dat de aandacht vangt. Ze zette haar zonnebril af en was zich er maar al te goed van bewust dat iedereen om hen heen naar haar keek, wist dat zij Janey Wilcox was, het model, terwijl het waarschijnlijk ook langzamerhand begon door te dringen wie Peter was. 'Luister goed, praatjesmaker,' zei ze recht in zijn gezicht. 'Jij houdt je gedeisd, tenzij je dit incident maandagochtend breed uitgesponnen in de krant wilt zien.'
'Zeg, waar ga je heen?' vroeg hij.
'Wat denk je?' zei ze.
'Het spijt me,' zei Peter toen ze weer in de auto was gestapt. Hij streelde haar been. 'Ik ben nogal gauw aangebrand, schatje. En dan ontplof ik. Ik kan er niets aan doen. Ik zeg het je maar. Het komt waarschijnlijk door mijn moeder, die sloeg me toen ik klein was.'
'Trek het je niet aan,' zei Janey. Ze zette haar zonnebril goed.
Peter scheurde met een ronkende motor het benzinestation uit. 'Wat ben je toch sexy, schat. Zo sexy. Je had al die andere mannen naar je moeten zien kijken.'
'Mannen kijken altijd naar me,' zei Janey.
'Dit wordt echt een geweldige zomer,' zei Peter.
Peter's huis was precies zoals Lynelle het haar had voorgespiegeld. Het was een verbouwde boerenhoeve, gelegen op een prachtig verzorgd gazon van anderhalve hectare, met zes slaapkamers en een inrichting waar duidelijk een binnenhuisarchitect de hand in had gehad. Ze waren er nog niet of Peter was met zijn mobiele telefoon in de weer en ging tegen de tuinman tekeer over de appelbomen. Janey sloeg geen acht op hem. Ze trok haar kleren uit en liep in haar nakie naar het zwembad. Ze wist dat hij door de glazen schuifdeuren naar haar keek. Toen ze uit het water kwam, stak hij zijn hoofd om de hoek van de deur. 'Zeg schat, is het water van het zwembad wel warm? Anders roep ik die vent even en scheld hem de huid vol.'
'Het is warm,' zei ze. "Volgens mij moesten we maar eens bedenken naar welke feesten we dit weekend gaan.' Ze haalde haar eigen mobiele telefoon tevoorschijn en nam, nog altijd naakt, plaats op een ligstoel met kussens, waarna ze een nummer intoetste.
Halverwege mei van het jaar waarin Janey eenendertig zou worden (ze was jarig op 1 juni, en zei tegen iedereen die het wilde horen dat ze een 'zomerkindje' was), ging ze drie keer in één week naar Moomba, een nachtclub. De eerste avond werd er een feest gegeven ter ere van de rapzanger Toilet Paper. Ze stond in het midden van de ruimte, één heup naar voren gestoken, en liet zich fotograferen door de pers, waarna iemand haar naar een tafeltje in de hoek bracht. Joel Webb, de kunstverzamelaar, was er ook. Janey vond hem wel leuk, al zei iedereen dat hij zijn neus had laten bijwerken, wangimplantaten had, een liposuctie had laten verrichten en verhoogde zolen in zijn schoenen droeg omdat hij maar één meter vijfenzestig was. Maar dat was het probleem niet. Het probleem was zijn huis. Hij was al drie jaar bezig een groot huis in East Hampton te laten bouwen en in de tussentijd huurde hij een huis dat in Janey's ogen meer weg had van een schuurtje - een vervallen cottage met drie slaapkamers.
'Ik zoek een vriendin. Kun je me niet aan een van jouw bloedmooie vriendinnen koppelen?' vroeg hij.
'Hoe staat het ervoor met je huis?' zei Janey.
'De aannemers hebben beloofd dat het vóór de vierde juli klaar is. Toe nou,' zei hij, 'ik weet zeker dat je wel iemand voor me weet.'
'Ik dacht dat je al een vriendin had,' zei Janey.
'Bij gebrek aan beter, ja. Door het jaar heen hebben we niks met elkaar, maar zodra de zomer in zicht komt voel ik me zo eenzaam dat ik haar weer terugneem.'
Twee avonden daarna liet Janey zich in Moomba zien met Alan Mundy, algemeen beschouwd als de meest opwindende komiek van Hollywood. Ze had Alan jaren terug in Hollywood leren kennen, toen ze in die film speelde - hij stelde destijds nog niks voor en had een piepklein bijrolletje als verliefde hulpkelner. Ze raakten min of meer bevriend en hielden min of meer contact, wat erop neerkwam dat ze elkaar hooguit eens per jaar aan de telefoon hadden, maar Janey zei nu tegen iedereen dat hij een heel goede vriend van haar was. Haar booker bij het modellenbureau had verteld dat Alan in het geheim naar New York zou komen, dus had Janey zijn agent gebeld, waarop hij prompt had teruggebeld. Het was net uit met zijn vriendin en hij was waarschijnlijk eenzaam. 'Janey, Janey,' zei hij. 'Ik wil naar alle trendy tenten. We zetten de hele stad op zijn kop.'
'Zolang we hem maar niet weer rechtop hoeven te zetten als jij bent uitgeraasd,' zei ze.