Schindlers list (33 page)

Read Schindlers list Online

Authors: Thomas Keneally

 

31

 

Bij ieder gesprek over Schindler komt er een moment waarop de nog in leven zijnde vrienden van de Herr Direktor knipperend het hoofd gaan schudden en beginnen aan de bijna wiskundige bezigheid van het bepalen van de som van zijn motieven. Want een der gebruikelijkste gevoelens van Schindlerjoden is nog steeds: 'Ik weet niet waarom hij het gedaan heeft.' Er kan om te beginnen worden gezegd dat Oskar een gokker was, een sentimenteel mens die van de doorzichtigheid, de eenvoud van het goeddoen hield; dat Oskar van nature een anarchist was die het prachtig vond het systeem belachelijk te maken, en dat onder zijn krachtige zinnelijkheid het vermogen schuilging om diep verontwaardigd te zijn over menselijke wreedheid, om erop te reageren en er niet door te worden overweldigd. Maar niets daarvan biedt, neergeschreven, opgeteld, een verklaring voor de koppigheid waarmee hij in de herfst van 1944 voorbereidingen trof voor een definitief toevluchtsoord voor de gewezen Emalia-gevangenen. En niet alleen voor hen. Begin september reed hij naar Podgórze en bezocht Madritsch, die op dat moment meer dan drieduizend gevangenen in zijn uniformenfabriek had werken. Dit bedrijf zou nu worden opgeheven. Madritsch zou zijn naaimachines terugkrijgen, en zijn arbeiders zouden verdwijnen. Als we het gezamenlijk aanpakten, zei Oskar, zouden we er meer dan vierduizend het kamp uit kunnen krijgen. De mijne en ook die van jou. We zouden ze in zoiets als veiligheid opnieuw kunnen vestigen. In Moravië. Madritsch zou altijd, en terecht, door zijn overlevende gevangenen worden vereerd. De broden en kippen die zijn fabriek in werden gesmokkeld werden onder voortdurend risico en uit zijn eigen zak betaald. Hij zal wel als een stabieler mens dan Oskar zijn beschouwd. Niet zo flamboyant en niet zo geobsedeerd. Hij was nooit gearresteerd. Maar hij was veel humaner geweest dan veilig was en zou, zonder vindingrijkheid en energie, in Auschwitz zijn geëindigd. Nu hield Oskar hem een visioen voor van een Schindler-Madritsch-kamp ergens in de Hoge Gesenke, in een of ander rokerig, veilig industriegehuchtje. Madritsch vond het een aantrekkelijk idee, maar zei niet direct ja. Hij begreep dat, ook al was de oorlog verloren, de onverzoenlijkheid van het SS-systeem groter in plaats van kleiner was geworden. Hij geloofde terecht dat de gevangenen van Plaszów in de komende maanden in meer naar het westen gelegen doodskampen helaas zouden worden vernietigd. Want Oskar mocht dan hardnekkig en bezeten zijn, het SS-Hauptamt en de puike veldwerkers ervan, de commandanten der concentratiekampen, waren het ook. Hij zei echter niet nee. Hij had tijd nodig om erover na te denken. Ook al kon hij het niet tegen Oskar zeggen, het is aannemelijk dat hij bang was om een fabrieksterrein te delen met een onbesuisde, demonische vent als Schindler. Zonder duidelijk antwoord van Madritsch ging Oskar op pad. Hij ging naar Berlijn en betaalde een etentje voor kolonel Erich Lange. Ik kan helemaal op de fabricage van granaathulzen overgaan, zei Oskar tegen hem. Ik kan mijn zware machinerie overbrengen. Lange was van doorslaggevend belang. Hij kon opdrachten garanderen, hij kon de krachtige aanbevelingen schrijven die Oskar voor de Evacuatieafdeling en de Duitse functionarissen in Moravië nodig had. Later zou Oskar van deze schimmige stafofficier zeggen dat hij constante hulp had geboden. Lange verkeerde nog in die toestand van intense wanhoop en morele afkeer die kenmerkend was voor velen die binnen het systeem, maar niet altijd ervoor, hadden gewerkt. Het zal ons wel lukken, zei Lange, maar er zal wat geld voor nodig zijn. Niet voor mij, maar voor anderen. Door bemiddeling van Lange had Oskar op het
OKH
aan de Bendler-strasse een gesprek met een officier van de Evacuatieafdeling. Het was aannemelijk, zei deze officier, dat de evacuatie in principe zou worden goedgekeurd. Maar er was een aanzienlijke hindernis. De gouverneur annex Gauleiter van Moravië, die vanuit een kasteel in Liberec heerste, had steeds het beleid gevolgd om joodse werkkampen buiten zijn gebied te houden. Noch de SS, noch de Rüstungsin-spektion had hem tot dusver kunnen overhalen zijn houding te wijzigen. Een goede man om die impasse mee te bespreken, zei de officier, zou een Wehrmacht-ingenieur van middelbare leeftijd op het bureau van de Rüstungsinspektion in Troppau zijn, een man genaamd Süssmuth. Oskar kon met Süssmuth ook bespreken wat voor hervestigingslocaties er in Moravië voorhanden waren. Ondertussen kon Herr Schindler op de steun van de Evacuatieafdeling rekenen. 'Maar u kunt wel begrijpen dat de ambtenaren, gezien de druk waaronder ze staan en de aantasting van hun persoonlijke welstand door de oorlog, eerder een snel antwoord zullen geven als u hun bepaalde attenties zou kunnen bewijzen. Wij arme stadslui hebben een tekort aan ham, sigaren, drank, stof, koffie... dat soort dingen.' De officier scheen te denken dat Oskar met de helft van de in vredestijd geproduceerde Poolse goederen rondliep. Maar om een geschenkpakket voor de heren van de Afdeling bij elkaar te krijgen moest Oskar luxe artikelen tegen de Berlijnse zwarte-marktprijs kopen. Een oude heer aan de balie van hotel Adlon kon Herr Schindler aan een voortreffelijke Schnaps helpen voor de gereduceerde prijs van tachtig Reichsmark. En je kon de heren van de Afdeling niet minder dan een dozijn sturen. Maar koffie was net goud en de prijs van havanna's waanzinnig hoog. Oskar kocht er een grote hoeveelheid van en stopte ze eveneens in de sluitmand. De heren zouden misschien heel wat stoomkracht nodig hebben, wilden ze de gouverneur van Moravië om krijgen. Terwijl Oskars onderhandelingen in volle gang waren, werd Amon Goeth gearresteerd.

 

Iemand moet hem hebben aangebracht. Een of andere lagere officier, of een bezorgde burger die de villa had bezocht en gechoqueerd was geweest door Amons sybaritische levensstijl. Een hogere SS-onderzoeker met de naam Eckert begon Amons financiële zaken na te gaan. Met de schoten die Amon vanaf het balkon had gelost hield Eckerts onderzoek geen verband. Wel met de verduisteringen en de zwarte-marktzaken, en ook met klachten van enkele van zijn SS-ondergeschikten dat hij streng tegen hen was opgetreden. Amon was met verlof in Wenen en verbleef bij zijn vader, de uitgever, toen de SS hem arresteerde. Ze deden ook een inval in een woning die Hauptsturmführer Goeth er in die stad op na hield en ontdekten een verborgen som geld, ongeveer tachtigduizend Reichsmark, waarvoor Amon geen bevredigende verklaring kon geven. Ze vonden ook, tot aan het plafond opgetast, bijna een miljoen sigaretten. Amons Weense etage leek meer magazijn dan pied-a-terre. Het was op het eerste gezicht misschien verbazingwekkend dat de s s of liever gezegd, de ambtenaren van Bureau V van het Reichssicher-heitshauptamt - zo'n doeltreffend dienaar als Hauptsturmführer Goeth wilde arresteren. Maar ze hadden ook in Buchenwald al onregelmatigheden onderzocht en de commandant, Koch, proberen te pakken. Ze hadden zelfs geprobeerd bewijsmateriaal te vinden om de befaamde Rudolf Höss, commandant van Auschwitz, te kunnen arresteren en hadden een Weense jodin ondervraagd die, naar ze vermoedden, zwanger was van die ster van het kampsysteem. Dus had Amon, die er tierend bij stond terwijl ze zijn woning overhoop haalden, geen reden om op veel onschendbaarheid te hopen. Ze brachten hem naar Breslau en stopten hem in een SS-gevangenis om onderzoek en proces af te wachten. Ze gaven blijk van hun onbekendheid met de gang van zaken in Plaszów door naar de villa toe te gaan en Helen Hirsch te ondervragen op verdenking van betrokkenheid bij Amons zwendelpraktijken. Tweemaal zou ze in daaropvolgende maanden voor ondervraging naar de cellen onder de SS-kazerne van Plaszów worden gebracht. Daar bestookten ze haar met vragen over Amons contactpersonen op de zwarte markt - wie zijn vertegenwoordigers waren, hoe hij de sieradenwerkplaats in Plaszów, het maatkledingatelier, de stoffeerderij exploiteerde. Niemand sloeg haar of bedreigde haar. Maar wat haar pijn deed was hun overtuiging dat ze lid was van een bende. Als Helen ooit aan een onwaarschijnlijke en glorieuze redding had gedacht, zou ze toch niet hebben durven dromen dat Amon nog eens door zijn eigen soort zou worden gearresteerd. Maar nu in de verhoorruimte had ze het gevoel dat haar verstand haar begaf toen ze haar met behulp van hun wet aan Amon probeerden te koppelen. Chilowicz had u misschien kunnen helpen, zei ze tegen hen. Maar Chilowicz is dood. Ze waren ervaren politielui en zouden na een tijd concluderen dat ze hun niets kon geven dan wat informatie betreffende het overdadige eten in de villa van Goeth. Ze hadden haar vragen over haar littekens kunnen stellen, maar ze wisten dat ze Amon niet op grond van sadisme te pakken konden krijgen. Bij een onderzoek naar sadisme in het kamp Sachsenhausen waren ze door gewapende wachten met geweld verwijderd. In Buchenwald hadden ze een belangrijke getuige, een onderofficier, gevonden om tegen de commandant te getuigen, maar de informant was dood in zijn cel aangetroffen. De leider van dat ss-onderzoeksteam gaf opdracht monsters van een vergif dat in de maag van de onderofficier was gevonden aan vier Russische gevangenen toe te dienen. Hij keek toe terwijl ze stierven en had zo zijn bewijs tegen de commandant en de kamparts. Hoewel hij vervolgingen voor moord en sadistische praktijken kreeg, was het toch een vreemd soort recht. Het had bovenal tot gevolg dat het kamppersoneel de gelederen sloot en levende getuigen opruimde. Dus ondervroegen de mannen van Bureau V Helen niet over haar kwetsuren. Ze hielden het bij verduistering, en vielen haar ten slotte niet meer lastig. Ze onderzochten ook Mietek Pemper. Hij was zo verstandig hun niet te veel over Amon te vertellen, en zeker niet over zijn misdaden tegen mensen. Hij kende niet veel meer dan geruchten over Amons oplichterijen. Hij speelde de neutrale, welgemanierde typist van niet-geheim materiaal. 'De Herr Kommandant besprak dat soort zaken nooit met me,' voerde hij steeds tot zijn verdediging aan. Maar onder zijn spel moet hij aan hetzelfde schreeuwende ongeloof hebben geleden als Helen Hirsch. Als er één gebeurtenis was die hém met de grootste waarschijnlijkheid een levenskans zou garanderen, dan was het wel de arrestatie van Amon. Want niets was zo'n zekere eindgrens voor zijn leven geweest als dit: dat Amon, wanneer de Russen Tarnów bereikten, zijn laatste brieven zou dicteren en de typist dan vermoorden. Waar Mietek zich dan ook zorgen over maakte was dat ze Amon te snel zouden vrijlaten. Maar ze hadden niet alleen belangstelling voor Amons gespeculeer. De SS-rechter die Pemper ondervroeg had van Oberscharführer Lorenz Landsdorfer vernomen dat Hauptsturmführer Goeth zijn joodse stenograaf de richtlijnen en plannen had laten typen die het garnizoen van Plaszów moest volgen ingeval het kamp door partizanen werd aangevallen. Toen Amon hem uitlegde hoe die plannen moesten worden uitgetypt, had hij Pemper zelfs kopieën van soortgelijke plannen voor andere concentratiekampen laten zien. De rechter was zo geschrokken van deze onthulling van geheime stukken aan een joodse gevangene dat hij bevel gaf Pemper te arresteren. Pemper bracht twee ellendige weken in een cel onder de SS-kazerne door. Hij werd niet geslagen, maar wel geregeld door een reeks onderzoekers van Bureau V en door twee SS-rechters ondervraagd. Hij dacht dat hij in hun ogen de conclusie kon lezen dat 't het veiligste was hem maar te fusilleren. Tijdens een verhoor over de noodplannen vroeg Pemper zijn ondervragers op een dag: 'Waarom zou u me hier houden? Gevangenschap is gevangenschap. Ik ben toch al tot levenslang veroordeeld.' Het was een argument dat een beslissing beoogde op te roepen: ofwel vrijlating uit de cellen of anders een kogel. Na afloop van de zitting bracht Pemper een paar angstige uren in zijn cel door, tot de deur weer openging. Hij werd naar buiten gevoerd en naar zijn barak in het kamp teruggebracht. Het was echter niet de laatste keer dat hij zou worden ondervraagd over zaken betreffende commandant Goeth. Amons ondergeschikten schenen na zijn arrestatie niet storm te lopen om hem goede referenties te bezorgen. Ze waren voorzichtig. Ze wachtten af. Bosch, die zoveel drank van de commandant had gedronken, zei tegen Untersturmführer John dat het gevaarlijk was te proberen die vastberaden onderzoekers van Bureau V om te kopen. Wat Amons superieuren betreft, Schemer was verdwenen; hij had opdracht gekregen op partizanen te gaan jagen en zou ten slotte in een hinderlaag in de bossen bij Niepolomice omkomen. Amon was in handen van mannen uit Oranienburg die nooit op het Goethhaus hadden gedineerd - of, als ze het wel hadden gedaan, geschokt of door jaloezie bevangen waren. Na haar vrijlating door de SS ontving Helen Hirsch, die nu werkte voor de nieuwe commandant, Hauptsturmführer Büscher, een vriendelijk briefje van Amon, waarin hij haar vroeg een pakket te maken met kleren, enkele romannetjes en detectives en wat drank om hem in zijn cel te troosten. Het leek wel een briefje van een familielid, vond ze.
'Zou je zo vriendelijk willen zijn het volgende voor me bijeen te pakken,
'stond erin, en het eindigde met:
'Ik hoop je gauw weer te zien.'

 

Intussen was Oskar naar de marktplaats Troppau geweest om ingenieur Süssmuth te spreken. Hij had drank en diamanten meegebracht, maar die waren in dit geval niet nodig. Süssmuth zei tegen Oskar dat hij al eens had voorgesteld enkele joodse werkkampen bij de grenssteden van Moravië op te zetten om goederen voor de Rüstungsinspektion te produceren. Zulke kampen zouden natuurlijk onder het centrale toezicht van Auschwitz of Gross-Rosen staan, want de invloedssferen der grote concentratiekampen strekten zich tot over de Pools-Tsjechoslowaakse grens uit. Maar in kleine werkkampen hadden gevangenen meer veiligheid dan in de enorme necropool Auschwitz zelf te vinden was. Süssmuth had natuurlijk niets bereikt. Het kasteel in Liberec had het voorstel de grond ingestampt. Hij had nooit een pressiemiddel gehad. Oskar - de steun die Oskar van kolonel Lange en de heren van de Evacuatieafdeling had - zou dat pressiemiddel kunnen zijn. Süssmuth had in zijn kantoor een lijst met plaatsen die zich leenden voor vestiging van uit de oorlogszone geëvacueerde fabrieken. In de buurt van Oskars geboorteplaats Zwittau, aan de rand van een dorp genaamd Brinnlitz, stond een grote textielfabriek die eigendom was van de Weense gebroeders Hoffman. Ze hadden in hun eigen stad in de boter en de kaas gezeten, maar waren achter de legioenen aan naar het Sudetenland gekomen (net zoals Oskar naar Krakau was getrokken) en textielmagnaten geworden. Een hele dependance van hun fabriek stond er ongebruikt bij, en fungeerde als opslagplaats voor verouderde spinmachines. Een dergelijk terrein werd bevoorraad vanaf het spoorwegdepot in Zwittau, waar de zwager van Schindler de verantwoordelijkheid voor het goederenemplacement had. En er liep een spoorlus tot vlak aan de poorten. De broers zijn oorlogsprofiteurs, zei Süssmuth glimlachend. Ze hebben enige steun van de plaatselijke partij - de Provincieraad en de districtsleider hebben ze in hun zak. Maar u hebt kolonel Lange achter u. Ik zal direct naar Berlijn schrijven, beloofde Süssmuth, en het gebruik van de Hoff-mandependance aanbevelen. Oskar kende het Duitstalige dorp Brinnlitz al vanaf zijn kinderjaren. Het nationale karakter zat in de naam ervan, want de Tsjechen zouden het Brnenec hebben genoemd, net zoals een Tsjechisch Zwittau Svitavy zou zijn geworden. De burgers van Brinnlitz zouden duizend of meer joden in hun buurt wel niet op prijs stellen. De inwoners van Zwittau, waaruit enkele arbeiders van de Hoffmans waren geworven, zouden het ook wel niet leuk vinden, deze besmetting, zo laat in de oorlog, van hun landelijk-industriële achterafbuurt. In ieder geval reed Oskar erheen om de locatie even te bekijken. Hij ging niet naar het vooraan gelegen kantoor van de gebroeders Hoffman toe, want dat zou een te duidelijke waarschuwing zijn voor de meest gehaaide broeder Hoffman, degene die directeur van het bedrijf was. Maar hij kon ongestoord de dependance inwandelen. Het was een ouderwetse, om een binnenplaats gebouwde industriekazerne van twee verdiepingen hoog. De ruimte op de begane grond had een hoog plafond en stond vol oude machines en kratten wol. De bovenverdieping moest voor kantoren en lichtere outillage bestemd zijn geweest. De vloer ervan zou het gewicht van de grote persmachines niet kunnen dragen. De benedenverdieping zou geschikt zijn voor de nieuwe werkplaatsen van
DEF
, voor de kantoren en, in één hoek, het appartement van de Herr Direktor. Boven zouden de kazerneruimten voor de gevangenen zijn. Hij was verrukt over het complex. Terwijl hij naar Krakau terugreed popelde hij om aan de slag te gaan, het nodige geld uit te geven, nog eens met Madritsch te praten. Want Süssmuth kon ook voor Madritsch een locatie vinden - misschien zelfs ruimte in Brinnlitz. Bij zijn terugkomst ontdekte hij dat een bommenwerper van de geallieerden, neergeschoten door een gevechtsvliegtuig van de Luftwaffe, was neergestort op de twee verste barakken van het gevangenenkamp op zijn achterterrein. De zwartgeblakerde romp ervan lag verwrongen over de wrakstukken der verpletterde barakken. Er was maar een kleine ploeg gevangenen in Emalia achtergebleven om de produktie af te ronden en de outillage te onderhouden. Ze hadden het vliegtuig in vlammen naar beneden zien komen. Er hadden twee mannen in gezeten, en hun lichamen waren verbrand. De mensen van de Luftwaffe die ze kwamen weghalen hadden tegen Adam Garde gezegd dat de bommenwerper een Stirling was en de mannen Australiërs waren. De ene, die de verkoolde resten van een Engelse bijbel vasthield, moest daarmee in zijn hand zijn neergestort. Twee anderen waren met een parachute boven de voorsteden uitgesprongen. Eén was er, aan verwondingen overleden en nog steeds in zijn harnas, gevonden. De partizanen hadden de andere het eerst bereikt en hielden hem ergens verborgen. Waar die Australiërs mee bezig waren geweest was voorraden afwerpen voor de partizanen in het oerwoud ten oosten van Krakau. Als Oskar nog een soort bevestiging nodig had gehad, was dit het wel het idee dat er mannen helemaal vanuit onvoorstelbare stadjes in de Australische binnenlanden kwamen om het einde in Krakau te bespoedigen. Hij belde direct de voor het rollend materieel verantwoordelijke functionaris op het kantoor van Ostbahn-directeur Gerteis en nodigde hem uit voor een maaltijd om te praten over de platte goederenwagons die
def
nodig zou kunnen hebben.

Other books

Blackmail Earth by Bill Evans
Russian Spring by Norman Spinrad
Nothing to Report by Abbruzzi, Patrick
Californium by R. Dean Johnson
Death Trip by Lee Weeks
Goddess of Spring by P. C. Cast
Desolation Crossing by James Axler
Angel of Mine by Jessica Louise