Schindlers list (29 page)

Read Schindlers list Online

Authors: Thomas Keneally

 

27

 

Op 28 april 1944 kon Oskar, door zichzelf van opzij in een spiegel te bekijken, merken dat zijn taille voor zijn zesendertigste verjaardag dikker was geworden. Maar toen hij vandaag de vrouwen omhelsde deed tenminste niemand moeite om hem aan te geven. Een eventuele informant onder de Duitse technici moest wel ontmoedigd zijn geraakt, doordat de SS Oskar had vrijgelaten uit de Pomorska en de Montelupich, allebei centra die geacht werden ondoordringbaar voor invloeden te zijn. Ter gelegenheid van deze dag stuurde Emilie de gebruikelijke groeten uit Tsjechoslowakije en gaven Ingrid en Klonowska hem cadeaus. In de viereneenhalf jaar die hij in Krakau had doorgebracht was de inrichting van zijn privé-leven nauwelijks veranderd. Ingrid was nog steeds een intieme gezellin, Klonowska een vriendin, Emilie een begrijpelijkerwijze afwezige echtgenote. Van hun eventuele grieven en verbijstering is niets vastgelegd, maar het zou in dit, zijn zevenendertigste, jaar duidelijk worden dat er enige koelheid in zijn relatie met Ingrid was gekomen, dat Klonowska, altijd een trouwe vriendin, tevreden was met niet meer dan een zeer losse verhouding, en dat Emilie hun huwelijk nog steeds als onontbindbaar beschouwde. Maar voor het ogenblik gaven ze hun geschenken en lieten niets merken. Ook anderen deden aan de viering mee. Amon gaf Henry Rosner toestemming 's avonds met zijn viool naar de Lipowastraat te gaan, onder bewaking van de beste bariton van het Oekraïense garnizoen. Amon was in dit stadium erg te spreken over zijn omgang met Schindler. Als tegenprestatie voor zijn aanhoudende steun voor het Emalia-kamp had Amon onlangs om het permanente gebruik van Oskars Mercedes verzocht, en het gekregen - niet van de rammelkast die Oskar voor een dag van John had gekocht, maar van de chicste wagen uit de Emalia-garage. Het recital vond in Oskars kantoor plaats. Behalve Oskar was er niemand bij aanwezig. Het was alsof hij moe was van gezelschap. Toen de Oekraïener naar de wc ging, gaf Oskar tegenover Henry blijk van zijn neerslachtigheid. Hij was van streek door het oorlogsnieuws. De Russische legers waren achter de Pripetmoerassen in Wit-Rusland en voor Lemberg gestopt. Oskars angsten waren voor Henry een raadsel.
Begrijpt hij dan niet,
vroeg hij zich af,
dat het met zijn zaken hier gedaan is als de Russen niet worden afgehouden ?
'Ik heb Amon vaak gevraagd u hier voorgoed naar toe te laten komen,' zei Oskar tegen Rosner. 'U en uw vrouw en kind. Maar hij wil er niets van horen. Hij waardeert u te zeer. Maar uiteindelijk...' Henry was hem dankbaar. Maar hij vond wel dat hij erop moest wijzen dat zijn gezin in Plaszów misschien wel zo veilig was. Zijn schoonzuster was bij voorbeeld door Goeth rokend bij het werk aangetroffen, en hij had opdracht gegeven haar te executeren. Maar een der onderofficieren had de Herr Kommandant er beleefd op geattendeerd dat dit mevrouw Rosner was, de vrouw van Rosner de accordeonist. 'O,' had Amon gezegd en haar straf kwijtgescholden. 'Nou, denk erom, meisje, ik wil niet hebben dat er onder het werk wordt gerookt.' Henry vertelde Oskar die avond dat het deze houding van Amon was geweest - dat de Rosners vanwege hun muzikale talent onschendbaar waren - die hem en Manci ertoe had gebracht hun achyarige zoontje, Olek, het kamp binnen te halen. Hij had bij vrienden in Krakau ondergedoken gezeten, maar dat werd met de dag riskanter. Eenmaal binnen kon Olek opgaan in die kleine groep kinderen, waarvan er vele niet in de kampregisters waren vermeld, en wier aanwezigheid door de gevangenen stilzwijgend werd geaccepteerd en door enkele lagere kampfunctionarissen getolereerd. Olek binnen krijgen was echter het gevaarlijkste onderdeel geweest. Poldek Pfefferberg, die een vrachtwagen naar de stad had moeten rijden om gereedschapskisten op te halen, had hem naar binnen gesmokkeld. Bij de poort hadden de Oekraïeners de jongen bijna ontdekt, terwijl hij nog een buitenstaander en, in strijd met alle rassenwetten van het gouvernement-generaal van het Reich, nog steeds in leven was. Zijn voeten waren door het uiteinde van de tussen Pfefferbergs enkels liggende kist geschoten. 'Meneer Pfefferberg, meneer Pfefferberg,' had Poldek gehoord terwijl de Oekraïeners de achterkant van de vrachtwagen doorzochten. 'Mijn voeten steken eruit.' Henry kon er nu om lachen, zij het voorzichtig, want er waren nog rivieren te nemen. Maar Schindler reageerde dramatisch, met een gebaar dat leek voort te komen uit de lichtelijk alcoholische melancholie die hem op deze avond van zijn verjaardag had overvallen. Hij tilde zijn bureaustoel bij de rug op en hief hem naar het portret van de Führer. Even leek het of hij op het punt stond op de beeltenis in te slaan. Maar hij draaide weer op zijn hak terug, liet de stoel welbewust zakken tot de vier poten ervan even ver boven de vloer hingen en ramde ze toen tegen het tapijt, zodat de muur ervan trilde. Daarop zei hij: 'Ze verbranden daarginds lijken, hè?' Henry trok een gezicht alsof de stank in het vertrek hing. 'Daar zijn ze mee begonnen,' gaf hij toe.

 

Nu Plaszów - in de taal der bureaucraten - een KL (Konzentration-slager) was, merkten de bewoners dat het veiliger was om Amon tegen te komen. De leiders in Oranienburg stonden geen executies zonder enige vorm van proces toe. De tijd dat langzame aardappelschilsters ter plekke konden worden geëlimineerd was voorbij. Ze konden nu alleen nog via een rechtmatig proces ter dood worden gebracht. Er moest een verhoor plaatsvinden en een rapport in drievoud naar Oranienburg worden opgestuurd. Het vonnis moest niet alleen door het bureau van generaal Glücks worden bekrachtigd, maar ook door generaal Pohls Afdeling W (Handelsondernemingen). Want als een commandant onmisbare arbeiders doodde, kon Afdeling W door eisen om schadevergoeding worden getroffen. Zo had Allach-Münch in AG, een porseleinfabriek waar gebruik werd gemaakt van slaven uit Dachau, onlangs een eis van 31.800 Reichsmark ingediend omdat '[we] ten gevolge van de in januari 1943 uitgebroken tyfusepidemie van 26 januari 1943 tot 3 maart 1943 geen kampkrachten tot onze beschikking [hadden], Onzes inziens hebben we volgens Artikel 2 van het Fonds ter Regeling van Schadevergoeding aan Bedrijven recht op schadevergoeding...' Afdeling W was eens te meer voor schadevergoeding aansprakelijk als het verlies van geschoolde arbeidskrachten voortvloeide uit de ijver van een schietgrage SS-officier. Dus hield Amon, om de administratieve rompslomp en verwikkelingen met de Afdeling te vermijden, zich op de meeste dagen in. De mensen die in de lente en vroege zomer van 1944 binnen zijn bereik kwamen begrepen op de een of andere manier dat het veiliger was, ook al wisten ze niets van Afdeling W en de generaals Pohl en Glücks. Het was voor hen een dispensatie die even mysterieus was als Amons krankzinnigheid zelf. Maar zoals Oskar tegenover Henry Rosner had opgemerkt, verbrandden ze tegenwoordig lijken in Plaszów. Als voorbereiding op het Russische offensief was de SS haar inrichtingen in het oosten aan het ontmantelen. Treblinka, Sobibór en Belzec waren vorig jaar herfst geëvacueerd. De Waffen-SS'ers die er met de leiding belast waren geweest hadden bevel gekregen de gaskamers en crematoria op te blazen, geen herkenbare sporen achter te laten, en waren toen naar Italië gestuurd om tegen partizanen te vechten. Het immense complex in Auschwitz zou op zijn veilige locatie in Opper-Silezië het grote karwei in het oosten wel voltooien, en wanneer dat eenmaal achter de rug was, zouden de crematoria onder de aarde worden geploegd. Want zonder de bewijzen van de crematoria konden de doden niet getuigen, waren ze een fluistering in de wind, wat onbelangrijk stof op de espenbladeren. Plaszów was niet zo'n eenvoudig geval, want de doden van het kamp lagen er overal omheen. In het enthousiasme van het voorjaar van 1943 waren de lijken - vooral die van degenen die in de laatste twee dagen van het getto waren omgebracht - in het wilde weg in massagraven in het bos gegooid. Nu gaf Afdeling D Amon bevel ze allemaal op te zoeken. De schattingen van de aantallen lichamen lopen sterk uiteen. In Poolse publicaties, gebaseerd op het werk van de Hoofdcommissie voor Onderzoek naar Nazi-misdaden in Polen en op andere bronnen, wordt beweerd dat er honderdvijftigduizend gevangenen, waarvan vele op doortocht naar andere plaatsen, door Plaszów en zijn vijf nevenkampen zijn gegaan. De Polen geloven dat daarvan tachtigduizend zijn omgekomen, hoofdzakelijk bij massaexecuties op de Chujowa Górka of anders bij epidemieën. Die cijfers zijn een raadsel voor de nog in leven zijnde Plaszówgevan-genen die zich het vreselijke werk van het verbranden der doden herinneren. Zij zeggen dat het aantal dat ze hebben opgegraven ergens tussen de acht- en de tienduizend lag - op zichzelf al een verschrikkelijke massa - en ze hebben er geen enkele behoefte aan die te overdrijven. Het verschil tussen de twee schattingen lijkt kleiner wanneer men bedenkt dat het executeren van Polen, zigeuners en joden op de Chujowa Górka en andere plaatsen in Plaszów bijna dat hele jaar zou doorgaan, en dat de SS er zelf een gewoonte van ging maken lichamen direct na massamoorden in het Oostenrijkse heuvelfort te verbranden. Bovendien zou Amon niet slagen in zijn opzet alle lijken uit het bos te verwijderen. Bij naoorlogse opgravingen zouden er nog enkele duizenden worden gevonden en, nu Plaszów door de voorsteden van Krakau wordt ingesloten, worden bij het graven van bouwputten nog steeds doodsbeenderen ontdekt. Bij een bezoek net voor zijn verjaardag zag Oskar de rij brandstapels op de heuvelrug boven de werkplaatsen. Toen hij een week later terugkwam, was de activiteit toegenomen. De lichamen werden opgegraven door mannelijke gevangenen, die gemaskerd en kokhalzend werkten. Op dekens en kruiwagens en baren werden de doden naar de verbrandingsplaats gebracht en op boomstamramen gelegd. Zo werd de stapel laag voor laag opgebouwd en wanneer hij tot schouderhoogte reikte met brandstof overgoten en aangestoken. Pfefferberg zag tot zijn afgrijzen hoe de doden door de vlammen tijdelijk leven kregen, hoe de lijken rechtop gingen zitten en de brandende stammen weggooiden, hoe hun ledematen zich uitstrekten, hun monden zich openden voor een laatste schreeuw. Een jonge SS'er van de ontluizingspost rende zwaaiend met een pistool en woeste bevelen schreeuwend tussen de brandstapels door. De as van de doden viel op haren en op de kleren die in de achtertuinen van de villa's van lagere officieren hingen. Oskar was verbijsterd te zien dat het personeel op de rook reageerde alsof het stof een soort onschuldige en onvermijdelijke industriële neerslag was. En door de nevels ging Amon met Majola paardrijden, allebei rustig in het zadel gezeten. Leo John trok er met zijn twaalfjarige zoon op uit om in het moerasachtige gebied in het bos kikkervisjes te vangen. De vlammen en de stank leidden hen niet van hun dagelijkse leven af. Terwijl Oskar achterovergeleund achter het stuur van zijn
bmw
zat, met de raampjes dicht en een zakdoek tegen zijn mond en neus geklemd, bedacht hij dat ze de Spira's met alle anderen aan het verbranden moesten zijn. Hij had versteld gestaan toen ze vorig jaar kerst alle leden van de gettopolitie en hun gezinnen hadden terechtgesteld zodra Symche Spira klaar was met het geven van aanwijzingen bij de ontmanteling van het getto. Ze hadden hen allemaal, samen met hun vrouwen en kinderen, op een grauwe middag hierheen en naar boven gebracht, en hen terwijl de koude zon verdween gefusilleerd. Ze hadden zowel de trouwsten (Spira en Zellinger) als de onwilligsten gefusilleerd. Spira en de schuchtere mevrouw Spira en de onbegaafde kinderen Spira, die Pfefferberg geduldig had onderwezen - ze hadden allemaal naakt binnen een kring van geweren gestaan, rillend zij aan zij gedrukt, terwijl Spira's Napoleontische
OD
-uniform
nu alleen nog maar een hoopje kleding voor hergebruik was, neergesmeten bij de ingang van het fort. En terwijl Spira iedereen nog steeds verzekerde dat het niet kon gebeuren. Die executie had Oskar geschokt omdat eruit bleek dat een jood door geen buigzaamheid of buigingen de garantie kon krijgen dat hij in leven zou blijven. En nu verbrandden ze de Spira's even anoniem, even ondankbaar als ze hen hadden geëxecuteerd. Zelfs de Gutters! Het was het jaar daarvoor na een maaltijd bij Amon gebeurd. Oskar was vroeg naar huis gegaan, maar had later gehoord wat er na zijn vertrek gebeurd was. John en Neuschel waren op Bosch gaan afgeven. Ze vonden dat hij preuts was. Hij had wel met veel poeha beweerd een loopgravenveteraan te zijn, maar ze hadden hem nog nooit executies zien uitvoeren. Ze bleven er urenlang mee bezig - de grap van de avond. Ten slotte had Bosch opdracht gegeven Da-vid Gutter en zijn zoon in hun barak te wekken en mevrouw Gutter en het meisje Gutter uit de hunne te halen. Het ging weer om trouwe dienaren. David Gutter was de laatste voorzitter van de Joodse Raad geweest en had bij alles meegewerkt - was nooit naar de Pomorska-straat gegaan om te proberen een discussie aan te gaan over de omvang der SS-Aktionen of de grootte der transporten die naar Belzec werden gestuurd. Gutter had alles ondertekend en iedere eis redelijk gevonden. Bovendien had Bosch hem zowel binnen als buiten Plaszów als vertegenwoordiger gebruikt, hem met vrachtwagenladingen nieuwbeklede meubelen of jaszakken vol sieraden naar Krakau gestuurd om ze op de zwarte markt te verkopen. En Gutter had het gedaan omdat hij hoe dan ook een schurk was, maar vooral omdat hij geloofde dat zijn vrouw en kinderen er onschendbaar door zouden worden. Een joodse politieman, Zauder, een vriend van Pfefferberg en Stern die later door Pilarzik tijdens een der aanvallen van dronken razernij van die officier zou worden doodgeschoten, maar in die nacht bij het vrouwenhek de wacht had gehouden, had het om twee uur die ijskoude ochtend gehoord - Bosch die de Gutters een ondiepte in de grond bij het vrouwenkamp in commandeerde. De kinderen smeekten, maar David en mevrouw Gutter reageerden rustig, wetend dat er niet te praten viel. En terwijl Oskar nu toekeek, keerden al die stille getuigen - de Gutters, de Spira's, de opstandigen, de priesters, de kinderen, de mooie meisjes die met Arische papieren waren gesnapt - naar die krankzinnige heuvel terug om te worden verdelgd, voor het geval de Russen naar Plaszów kwamen en er te veel ophef over zouden maken. Voortaan, deelde Oranienburg Amon in een brief mee, dienden alle lichamen zorgvuldig te worden opgeruimd, en daarom stuurde men een vertegenwoordiger van een Hamburgs bouwbedrijf langs om het terrein met het oog op de bouw van crematoria te inspecteren. In de tussentijd moesten de doden, in afwachting van opgraving, op duidelijk aangegeven begraafplaatsen worden bewaard. Toen Oskar bij dat tweede bezoek de omvang van de vuren op de Chujowa Górka zag, was zijn eerste opwelling om in de auto, dat gezonde Duitse mechanisme, te blijven zitten en naar huis te rijden. In plaats daarvan ging hij bij vrienden van hem in de fabriek langs en bracht daarna een bezoek aan het kantoor van Stern. Hij dacht dat het, met al dat op de ramen vallende stof, niet uitgesloten was dat de mensen in Plaszów zelfmoord zouden overwegen. Toch was juist hij degene die gedeprimeerd leek. Hij stelde geen van zijn gebruikelijke vragen, zoals: 'Goed, Herr Stern, als God de mens naar Zijn beeld heeft geschapen, welk volk lijkt dan het meest op Hem? Lijkt een Pool meer op Hem dan een Tsjech?' Vandaag bleven die grillen achterwege. In plaats daarvan gromde hij: 'Wat denkt iedereen ervan?' Stern zei tegen hem dat de gevangenen als gevangenen waren. Ze deden hun werk en hoopten het er levend af te brengen. 'Ik ga u eruit halen,' gromde Oskar plotseling. Hij legde een gebalde vuist op het bureau. 'Ik ga u er allemaal uit halen.' 'Allemaal?' vroeg Stern. Hij kon zich niet inhouden. Dergelijke massale bijbelse reddingen pasten niet zo bij het tijdsgewricht. 'U althans,' zei Oskar.'
'U.'

Other books

Somewhere My Love by Beth Trissel
In an Instant by Adrienne Torrisi
A Notorious Love by Sabrina Jeffries
The Dream Thieves by Stiefvater, Maggie
Dark Debts by Karen Hall
I Live With You by Carol Emshwiller
Indefensible by Lee Goodman