Schindlers list (44 page)

Read Schindlers list Online

Authors: Thomas Keneally

 

Er was bij Oskar geen sprake van stilletjes het einde afwachten. In de eerste dagen van mei ontdekte hij op de een of andere manier -misschien zelfs door telefoontjes naar Brno, waar de lijnen nog werkten - dat een der magazijnen waarmee hij vaak zaken deed was verlaten. Met een stuk of zes gevangenen reed hij er per vrachtwagen heen om het te plunderen. Er waren een aantal wegversperringen op de route naar het zuiden, maar telkens pronkten ze met hun schitterende papieren, die zoals Oskar zou schrijven waren vervalst met de stempels en handtekeningen 'van de hoogste ss-politieautoriteiten van Moravië en Bohemen'. Toen ze bij het magazijn aankwamen, merkten ze dat het door vuur was omgeven. Militaire opslagplaatsen in de buurt waren aangestoken en er waren ook aanslagen met brandbommen gepleegd. Uit de richting van de binnenstad, waar de Tsjechoslowaakse ondergrondse huis aan huis met het garnizoen vocht, hoorden ze schoten. Schindler gaf opdracht de vrachtauto achteruit de laadplaats van het magazijn op te rijden, brak de deur open en ontdekte dat het binnen vol lag met sigaretten van een zeker merk Egipski. Ondanks dergelijke luchthartige piraterij was Oskar bang geworden door geruchten uit Slowakije dat de Russen zonder onderscheid en onofficieel Duitse burgers executeerden. Door iedere avond naar het
BBC
-nieuws
te luisteren bemerkte hij tot zijn troost dat de oorlog misschien zou zijn afgelopen voordat er Russen in de buurt van Zwittau hadden kunnen komen. De gevangenen konden indirect ook de
BBC
ontvangen en wisten hoe de zaken ervoor stonden. De hele geschiedenis van Brinnlitz door hadden de radiotechnici, Zenon Szenwich en Artur Rabner, voortdurend de een of andere radio van Oskar gerepareerd. In de laswerkplaats luisterde Zenon met een koptelefoon naar het nieuws van twee uur 's middags van de
Voice of London.
Tijdens de nachtdienst zetten de lassers de uitzending van twee uur 's ochtends aan. Een SS 'er die op een nacht in de fabriek was om een boodschap naar het kantoor te brengen ontdekte drie van hen om de radio heen. 'We hebben er voor de Herr Direktor aan gewerkt,' zeiden ze tegen de man, 'en hebben hem net een minuut geleden aan de praat gekregen.' Eerder in het jaar hadden gevangenen verwacht dat Moravië door de Amerikanen zou worden ingenomen. Omdat Eisenhower bij de Elbe was blijven steken, wisten ze nu dat het de Russen zouden zijn. De gevangenen in de directe omgeving van Oskar stelden een brief in het Hebreeuws op, waarin Oskars antecedenten werden uiteengezet. Die zou misschien kunnen helpen als hij werd overhandigd aan de Amerikaanse strijdkrachten, waarvan niet alleen een aanzienlijke hoeveelheid joden deel uitmaakte, maar ook veldrabbijnen. In de ogen van Stern en Oskar zelfwas het daarom van vitaal belang dat de Herr Direktor op de een of andere manier bij de Amerikanen zou terechtkomen. Oskars beslissing was ten dele beïnvloed door het typisch Middeneuropese beeld van de Russen als barbaren, als mannen van vreemde godsdienst en onzekere menselijkheid. Maar nog afgezien daarvan had hij, als bepaalde berichten uit het oosten te geloven waren, wel redenen voor rationele angst. Hij werd er echter niet door verzwakt. Hij was wakker en in staat van koortsachtige verwachting toen het nieuws van de Duitse overgave hem in de kleine uurtjes van de 7de mei via de
bbc
bereikte. De oorlog in Europa zou de volgende avond om middernacht, de avond van dinsdag 8 mei, eindigen. Oskar wekte Emilie, en de slapeloze Stern werd op het kantoor ontboden om de Herr Direktor te helpen feestvieren. Stern merkte dat Oskar nu vol vertrouwen ten aanzien van het SS-garnizoen was, maar zou verontrust zijn geweest als hij had kunnen raden hoe Oskars zekerheid die dag tot uiting zou worden gebracht. In de werkplaats hielden de gevangenen de gebruikelijke routine vol. Zo er al verschil was te merken, was het dat ze beter werkten dan op andere dagen. Maar rond het middaguur deed de Herr Direktor de pretentie dat alles z'n gewone gangetje ging teniet door de overwinningstoespraak van Churchill per luidspreker door het hele kamp heen te laten horen. Lutek Feigenbaum, die Engels kon verstaan, stond verbluft bij zijn machine. Voor anderen was het grommende, knauwende stemgeluid van Churchill het eerste dat ze in jaren hadden gehoord van een taal die ze in de Nieuwe Wereld zouden spreken. De karakteristieke stem, op zijn manier even bekend als die van de dode Führer, klonk tot bij de poorten en bestormde de wachttorens, maar de SS'ers reageerden bedaard. Ze richtten zich niet meer naar binnen op het kamp. Hun aandacht was - evenals die van Oskar, maar veel intensiever - op de Russen gevestigd. Volgens het eerdere telegram van Hassebroeck hadden ze in de weelderige groene bossen bezig moeten zijn. In plaats daarvan keken ze, de klok in de gaten houdend tot het middernacht zou zijn, naar de zwarte wand van het bos en speculeerden erover of er partizanen in zouden zitten. Een kribbige Oberscharführer Motzek hield hen op hun posten, en ook hun plichtsbesef hield hen er. Want plichtsbesef was, zoals zovelen van hun superieuren voor de rechtbank zouden beweren, de ziel van de SS.

 

In die ongemakkelijke dagen tussen het uitroepen van de vrede en de totstandkoming ervan had een der gevangenen, een juwelier genaamd Licht, een cadeau voor Oskar gemaakt, iets dat meer uitdrukte dan het metalen knopenkistje dat hij op zijn verjaardag had gekregen. Licht werkte met een zeldzame hoeveelheid goud, verschaft door de oude heer Jereth van de kistenmakerij. Er was vastgesteld -zelfs de Budzyners, vrome marxisten, wisten het - dat Oskar na middernacht zou moeten vluchten. De drang om ter gelegenheid van die vlucht voor een kleine plechtigheid te zorgen beheerste de gedachten van de groep in de naaste omgeving van Oskar - Stern, Finder, Garde, de Bejski's, Pemper. Het is opmerkelijk dat ze, op een moment dat ze zelf niet zeker wisten of ze de vrede wel zouden halen, zich zorgen maakten over afscheidscadeaus. Het enige dat ze hadden om een geschenk van te maken waren onedele metalen. Het was Jereth die hun een bron van iets beters aan de hand deed. Hij opende zijn mond om zijn gouden brug te laten zien. Zonder Oskar, zei hij, zou de SS dat rotspul toch hebben gehad. Dan zouden mijn tanden samen met de gouden bijters van vreemdelingen uit Lublin, Lódz en Lemberg ergens in een SS-magazijn op een hoop hebben gelegen. Het was natuurlijk een passend aanbod, en Jereth bleef erbij. Hij liet de brug trekken door een gevangene die eens een tandartspraktijk in Krakau had gehad. Licht smolt het goud en zat op 8 mei tegen de middag een Hebreeuwse inscriptie aan de binnenkant van een ring te graveren. Het was een vers uit de talmoed dat Stern in oktober 1939 in het voorkantoor van Buchheister voor Oskar had geciteerd. 'Wie een enkel leven redt, redt de hele wereld.' In een der fabrieksgarages waren twee gevangenen die middag bezig de bekleding aan de binnenkant van dak en deuren van Oskars Mercedes te verwijderen, er kleine zakjes met de diamanten van de Herr Direktor in te stoppen en het leerwerk weer aan te brengen zonder, naar ze hoopten, bobbels achter te laten. Ook voor hen was het een vreemde dag. Toen ze uit de garage kwamen ging de zon onder achter de torens waar de Spandaus geladen maar vreemd ineffectief op stonden. Het was alsof de hele wereld op een beslissend woord wachtte. Zulke woorden lijken 's avonds te zijn gekomen. Net als op zijn verjaardag gaf Oskar de commandant weer instructie de gevangenen in de fabriek te verzamelen. Weer waren de Duitse werktuigkundigen en de secretaresses, wier ontsnappingsplannen al waren gemaakt, erbij aanwezig. Tussen hen in stond Ingrid, zijn oude vlam. Ze zou Brinnlitz niet in Oskars gezelschap verlaten. Ze zou ontsnappen met haar broer, een jonge oorlogsveteraan, die door verwonding kreupel was geworden. In aanmerking genomen dat Oskar zoveel moeite deed om zijn gevangenen van ruilgoederen te voorzien, is het onwaarschijnlijk dat hij een oude liefde als Ingrid uit Brinnlitz zou laten vertrekken zonder iets waarmee ze het er door marchanderen levend af zou kunnen brengen. Ze zouden elkaar op vriendschappelijke basis later vast nog wel ergens in het Westen ontmoeten. Evenals op Oskars verjaardag stonden er gewapende wachters langs de muren van de grote hal. De oorlog zou nog bijna zes uur duren, en de SS'ers hadden gezworen hem nooit, in geen enkel geval, op te geven. De gevangenen keken naar hen en trachtten hun gemoedstoestand te peilen. Toen er was aangekondigd dat de Herr Direktor nog een toespraak zou houden, hadden twee vrouwelijke gevangenen die konden stenograferen, mejuffrouw Waidmann en mevrouw Berger, allebei een potlood gehaald en zich gereedgemaakt om op te schrijven wat er werd gezegd. Omdat het een onvoorbereide toespraak was, gehouden door een man die wist dat hij spoedig een vluchteling zou worden, was hij gesproken meeslepender dan op het papier van de Waidmann-Berger-versie. De toespraak ging door op de thema's van de verjaardagsrede en leek ze zowel voor de gevangenen als de Duitsers af te ronden. Hij verklaarde de gevangenen tot erfgenamen van het nieuwe tijdperk en constateerde dat alle andere aanwezigen - de SS'ers, hijzelf, Emilie, Fuchs, Schoenbrun - nu behoefte aan redding hadden. 'Zojuist,' zei hij, 'Is de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland aangekondigd. Na zes jaar wrede moord op mensen wordt er thans om slachtoffers getreurd en tracht Europa tot vrede en orde terug te keren. Ik zou u tot onvoorwaardelijke orde en discipline willen oproepen - u allen, die samen met mij vele jaren van moeilijkheden en zorgen hebt doorstaan - zodat u het heden kunt doorkomen en binnen enkele dagen naar uw verwoeste en geplunderde huizen kunt teruggaan, en naar overlevenden van uw families kunt zoeken. Zo voorkomt u paniek, waarvan de gevolgen niet zijn te voorzien.' Hij bedoelde natuurlijk niet paniek bij de gevangenen. Hij bedoelde paniek onder het garnizoen, onder de mannen langs de muren. Het was een uitnodiging aan de SS 'ers om te vertrekken, en aan de gevangenen om hun daartoe de gelegenheid te geven. Generaal Montgomery, de commandant van de geallieerde strijdkrachten te land, had, zei hij, verklaard dat er menselijk tegen de overwonnenen moest worden opgetreden en dat iedereen bij zijn beoordeling van de Duitsers schuld van plicht moest onderscheiden. 'De soldaten aan het front zullen, evenals de kleine man die overal zijn plicht heeft gedaan, niet verantwoordelijk zijn voor wat een groep die zichzelf Duits noemt heeft gedaan.' Hij uitte een verdediging van zijn landgenoten die iedere gevangene die de nacht overleefde in het komende tijdperk duizendmaal zou horen herhalen. Maar als iemand het recht had verdiend die verdediging uit te spreken en - op z'n minst - verdraagzaam te worden aangehoord, dan was het zeker Herr Oskar Schindler. 'Het feit dat miljoenen onder u, uw ouders, kinderen en broers zijn geliquideerd is door duizenden Duitsers afgekeurd, en zelfs momenteel zijn er nog miljoenen onder hen die de omvang van die gruwelen niet kennen.' De documenten en registers die eerder dat jaar in Dachau en Buchenwald waren gevonden, de door de
BBC
uitgezonden details ervan, waren de eerste feiten, zei Oskar, die menige Duitser over 'deze allermonsterlijkste vernietiging' had vernomen. Hij verzocht hun daarom nogmaals dringend menselijk en rechtvaardig op te treden, en het recht aan de bevoegde instanties over te laten. 'Als u iemand hebt aan te klagen, doe het dan op de juiste plaats. Want in het nieuwe Europa zullen er werkelijk rechters zijn, onkreukbare rechters, die naar u zullen luisteren.' Vervolgens kreeg hij het over zijn band met de gevangenen in het afgelopen jaar. In bepaalde opzichten klonk hij haast nostalgisch, maar hij was ook bang met de Goeths en de Hassebroecks op één hoop te zullen worden geveegd. 'Velen van u weten van de vervolgingen, de chicanes en de tegenwerking die ik, om mijn arbeiders te behouden, vele jaren lang heb moeten verduren. Als het al moeilijk was om de geringe rechten van de Poolse arbeider te verdedigen, om hem aan het werk te houden en te verhinderen dat hij met geweld naar het Reich werd gestuurd, om de huizen en schamele bezittingen der arbeiders te verdedigen, dan heeft de strijd om de joodse arbeiders te verdedigen vaak onmogelijk geleken.' Hij beschreef enkele van de moeilijkheden en dankte hen voor hun hulp bij het voldoen aan de eisen der bewapeningsinstanties. Gezien het gebrek aan produktie uit Brinnlitz kan die dank ironisch hebben geklonken. Maar hij werd niet op een ironische manier gebracht. Wat de Herr Direktor in heel letterlijke zin zei was:
Dank u dat u me hebt geholpen het systeem voor de gek te houden.
Daarna pleitte hij voor de plaatselijke bevolking. 'Als na enkele dagen hier de poorten naar de vrijheid voor u worden geopend, denkt u dan aan wat veel mensen in de buurt van de fabriek hebben gedaan om u met aanvullende etenswaren en kleren te helpen. Ik heb alles ondernomen en iedere moeite gedaan om aanvullend voedsel voor u te krijgen, en ik beloof in de toekomst het uiterste te zullen doen om u te beschermen en uw dagelijkse brood te waarborgen. Ik zal tot vijf minuten na middernacht voor u blijven doen wat ik kan. Ga niet de huizen in de buurt in om te roven en te plunderen. Betoon uzelf de miljoenen slachtoffers onder u waardig en onthoud u van individuele daden van wraak en terreur.' Hij erkende dat de gevangenen nooit welkom in de streek waren geweest. 'De Schindler-joden waren taboe in Brinnlitz.' Maar er waren hogere zorgen dan plaatselijke wraak. 'Ik vertrouw erop dat uw Kapo's en voormannen de orde blijven bewaren en begrip blijven opbrengen. Zegt u dat dus tegen uw mensen, want dat is in het belang van uw veiligheid. Dank aan de molen van Daubek, die meer dan het mogelijke heeft gedaan om u aan voedsel te helpen. Namens u zal ik nu dank zeggen aan de moedige eigenaar Daubek, die alles heeft gedaan om u voedsel te verschaffen. Bedank mij er niet voor dat u in leven bent gebleven. Bedank uw mensen die dag en nacht hebben gewerkt om u voor uitroeiing te behoeden. Bedank uw onverschrokken Stern en Pemper en enkele anderen, die terwijl ze om u dachten en bezorgd om u waren vooral in Krakau ieder moment de dood onder ogen hebben gezien. In het uur van de eer is het onze plicht om te waken en de orde te bewaren zolang we hier samen blijven. Ik verzoek u dringend zelfs onder uzelf niets dan humane en rechtvaardige beslissingen te nemen. Ik wil mijn persoonlijke medewerkers danken voor hun algehele opoffering in verband met mijn werk.' Zijn toespraak bereikte, van onderwerp naar onderwerp dwalend, sommige gedachten grondig uitdiepend, op andere even terugkomend, het hoogtepunt van zijn roekeloosheid. Oskar wendde zich tot de leden van het SS-garnizoen en bedankte hèn dat ze zich tegen de barbaarsheid van hun roeping hadden verzet. Erikele gevangenen in de fabriek dachten:
Hij heeft ons gevraagd ze niet uit te dagen? Wat is hij nu zelf aan het doen ?
Want de SS was de SS, het korps van Goeth en John en Hujar en Scheidt. Er waren dingen die een SS'er werden geleerd, dingen die hij deed en zag, die de grenzen van zijn menslievendheid bepaalden. Oskar kwam, voelden ze, gevaarlijk dicht bij die grenzen in de buurt. 'Ik zou graag,' zei hij, 'dank willen zeggen aan de verzamelde SS-bewakers, die zonder dat hun iets was gevraagd vanuit leger en marine deze dienst in zijn gecommandeerd. Als gezinshoofden hebben ze zich allang gerealiseerd hoe verachtelijk en onzinnig hun taak is. Ze zijn hier op buitengewoon humane en correcte wijze opgetreden.' Wat de ontzette, zij het door de durf van de Herr Direktor enigszins opgetogen gevangenen ontging, was dat Oskar het werk afmaakte waaraan hij op de avond van zijn verjaardag was begonnen. Hij was de SS'ers als strijders aan het uitschakelen. Want als ze daar stonden en zijn versie van wat 'humaan en correct' was slikten, dan restte hun niets anders dan weg te lopen. 'Ten slotte,' zei hij, 'verzoek ik u allen drie minuten stilte te bewaren ter herdenking van de talloze slachtoffers onder u die in deze vreselijke jaren zijn gestorven.' Ze gehoorzaamden hem. Oberscharführer Motzek en Helen Hirsch, Lusia, die pas de week daarvoor uit de kelder boven was gekomen, Schoenbrun, Emilie en Goldberg. Degenen die popelend wachtten tot de tijd voorbij zou zijn, degenen die popelden om te vluchten. Stilte bewarend tussen de reusachtige Hilo-machines, aan het einde van de luidruchtigste aller oorlogen. Na afloop gingen de SS 'ers snel de hal uit. De gevangenen bleven achter. Ze keken om zich heen en vroegen zich af of zij er ten slotte de bezitters van waren. Toen Oskar en Emilie zich naar hun appartement begaven om te gaan inpakken, werden ze door gevangenen staande gehouden. De ring van Licht werd aangeboden. Oskar stond hem een tijdlang te bewonderen; hij liet de inscriptie aan Emilie zien en vroeg Stern om een vertaling. Toen hij vroeg waar ze het goud vandaan hadden en ontdekte dat het de brug van Jereth was, verwachtten ze dat hij zou lachen; Jereth was een der leden van de aanbiedingscommissie en toonde, voorbereid op plagerij, al trots de stompjes van zijn gestroopte tanden. Maar Oskar werd heel ernstig en schoof de ring langzaam aan zijn vinger. Hoewel niemand het helemaal begreep, was dat het moment waarop ze zichzelf weer werden, waarop Oskar Schindler afhankelijk werd van geschenken van hen.

Other books

Dead Reflections by Carol Weekes
Wizard (The Key to Magic) by Rhynedahll, H. Jonas
Entice by Ella Frank
Flash Virus: Episode One by Steve Vernon
What My Mother Gave Me by Elizabeth Benedict